https://videocollege.uvt.nl/Mediasite/Play/4eb9af0ef0454a808f2e5b707feacc6f1d
​Dag meelezers,
Vandaag - op verzoek van twee van u - een eendagsvlinder over wat mijn grootmoeder 'onwelgevoegelijkheden' zou noemen. Er staat in de BH een aantal woorden die in de moderne context niet echt parlementair klinken. Hoewel... ons parlement kan er ook wat van. Eerder constateerden we dat voor woorden op het gebied van sexualiteit allerlei verhullende termen worden gebruikt, zoals 'heup' voor het mannelijjk geslachtsdeel. Maar als in de oude versie van de Statenvertaling zes maal de uitdrukking 'tegen de wand pissen' gebruikt wordt, is dat een bewuste 'onwelgevoegelijkheid' of was dat in 1637 normaal? Nogmaals mijn grootmoeder: ze las aan tafel uit de oude SV en las gewoon door, wat er ook stond, tot verbazing van haar kleinkinderen. Wat de Schrift allemaal niet teweegbrengt!
Als het in de de BH over 'afgoden' gaat wordt het taalgebruik ook bepaald denigrerend. Wéér: die oude SV zet het getrouwelijk over. Maar wat doet u zelf? In de joodse traditie zijn veel woorden via de Ktiv-Qree-methode aangepast, zo in de trant van: 'Er staat dit, maar lees dat'. Doen we daaraan mee? Hoe dan ook: de Schrift hoort ook in ons (zeer) dagelijkse leven.
Hartelijks
Piet van M.