Door drs. Geert van Dartel
Wereldwijd wordt ieder jaar van 18 tot 25 januari de Gebedsweek voor de Eenheid gevierd. Het is een van de oudste oecumenische initiatieven die vanaf 1966 wordt voorbereid onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de
Wereldraad van Kerken en en de
Pauselijke Raad voor de Bevordering van de Christelijke Eenheid. De gebedsweek is gebaseerd op de overtuiging dat het gezamenlijk gebed van fundamenteel belang is voor het streven naar de zichtbare eenheid van de Kerk van Christus.
Oproepen tot gebed voor de eenheid worden in de loop van de 19e eeuw geleidelijk sterker. Tijdens de eerste Lambeth Conference van de Anglicaanse Bisschoppen in 1867 wordt de betekenis van het gebed voor de eenheid benadrukt in de preambule van de besluiten. Paus Leo XIII doet in 1894 de oproep om met Pinksteren een gebedsoctaaf voor de eenheid te houden.
De oudste Week van Gebed is overigens niet verbonden met het streven naar de eenheid van de Kerk, maar met de evangelische beweging van opwekking en reveil. In 1846 vindt in Londen de oprichting plaats van de World Evangelical Fellowship. Besloten wordt om voortaan aan het begin van het jaar een Week van Gebed te houden. De Evangelische Alliantie in Nederland start in 1867 met de organisatie van deze Week van Gebed. De Week van Gebed wordt een van de belangrijkste en gezichtsbepalende activiteiten van de Evangelische Alliantie.
Het ontstaan van de Gebedsweek voor de Eenheid zoals wij die nu kennen is nauw verbonden met de anglicaanse (later rooms-katholieke) priester Paul Wattson (1863-1940). Wattson was gericht op het herstel van de eenheid met Rome. In 1909 ging de door hem ruim tien jaar eerder opgerichte Society of the Friars of the Atonement (Graymoor, Garrison, VS) in haar geheel over naar de Rooms-katholieke Kerk. Een jaar eerder, in 1908, had Paul Wattson het initiatief genomen tot een octaaf van gebed dat begon op het feest van St. Petrus Stoel (18 januari) en eindigde op het feest van de bekering van Paulus (25 januari). Na zijn overgang naar de Rooms-katholieke Kerk gaf Pius X zijn officiële goedkeuring aan het gebedsoctaaf voor de eenheid, dat vanaf die tijd vooral in de Rooms-katholieke Kerk werd gepromoot. In de eerste decennia werd de gebedsweek voornamelijk gevierd in de Rooms-katholieke Kerk en in een klein aantal anglicaanse gemeenschappen die hoopten op het herstel van de eenheid met de bisschop van Rome.
Ook in de prille oecumenische beweging van de jaren twintig werden er initiatieven genomen ter bevordering van het gebed voor de eenheid. In opdracht van de werkgroep van de Anglicaanse Kerk in de VS die de wereldconferentie van Faith and Order voorbereidde, werd een gebedenboek voor de eenheid van de christenen gedrukt. In de inleiding werd de hoop uitgesproken dat de verschillende gemeenschappen ieder zouden bidden voor de eenheid, zonder dat zij noodzakelijk samen zouden bidden. In die tijd verwachtte men nog niet dat de Rooms-katholieke en Orthodoxe Kerk van deze teksten gebruik zouden maken, maar dat zij voor het gebed van de eenheid zouden teruggrijpen op hun eigen rijke erfgoed. Vanaf 1926 worden er door de beweging Faith and Order suggesties gedaan voor de viering van een gebedsweek voor de eenheid rond Pinksteren.
In de ontwikkeling van de gebedsweek voor de eenheid is de bijdrage van abbé Paul Couturier (1881-1953) van doorslaggevend belang geweest. Couturier heeft de gebedsweek een oecumenische breedte gegeven die het voor christenen van alle kerken en gezindten mogelijk maakt om zich aan te sluiten bij het gebed voor de eenheid. In 1935 deed Couturier de oproep om te komen tot een Universele Week van Gebed voor Eenheid, een eenheid ‘zoals Christus die wil en met de middelen die Christus wil’. Zijn gebed uit 1934 bevat alle wezenlijke elementen die de kracht van de Gebedsweek voor de Eenheid sindsdien bepalen:
Heer Jezus,
Gij hebt op de avond vóór uw lijden
voor uw leerlingen gebeden:
‘Mogen allen één zijn,
zoals Gij Vader in Mij en ik in U’.
Laat ons pijnlijk beseffen
dat wij door onze ontrouw
schuldig zijn aan de verdeeldheid.
Geef dat wij eerlijk erkennen
en moedig verwerpen wat er in ons aan onverschilligheid,
wantrouwen en zelfs aan wederzijdse
vijandschap schuilgaat.
Sta ons toe elkaar te ontmoeten in U,
opdat uit onze harten en van onze lippen
voortdurend uw gebed moge opstijgen
voor de eenheid der christenen
zoals Gij die wilt
en met de middelen die Gij wilt.
Laat ons in U,
die de volmaakte liefde zijt,
de weg vinden die tot de eenheid leidt,
in gehoorzaamheid aan uw liefde
en aan uw waarheid.
Hoewel de Rooms-katholieke Kerk officieel afstand houdt van de oecumenische beweging, is er al in de jaren vijftig sprake van een groeiende informele samenwerking tussen
Faith and Order en het oecumenische initiatief
Unité Chrétienne in Lyon. Dankzij deze samenwerking worden er vanaf 1957 gezamenlijke teksten voor de Gebedsweek voor de Eenheid uitgegeven. Na het
Tweede Vaticaans Concilie wordt deze lijn doorgetrokken. Vanaf 1966 is de Gebedsweek voor de Eenheid een gezamenlijk initiatief van de Commissie
Faith and Order en de Pauselijke Raad voor de Bevordering van de Christelijke Eenheid.
De Gebedsweek voor de Eenheid krijgt een nieuwe dimensie in 1975. Vanaf dat moment wordt ieder jaar een oecumenische groep uit een ander land bij de ontwikkeling van de teksten betrokken. In 1975 werden de ontwerpteksten samengesteld door een Australische groep. De eindredactie van het ontwerp gebeurt vervolgens door een internationaal team van orthodoxe, katholieke en protestantse exegeten, liturgisten en pastores.
Belangrijk kenmerk van de Gebedsweek voor de Eenheid is dat een Bijbels motto het uitgangspunt van het gebed vormt. De Bijbelse motto’s worden vrijwel altijd ontleend aan het Nieuwe Testament (met name aan de brieven van Paulus). In 1968 werd het motto ontleend aan Ef. 1,14 ‘Tot eer van Gods grootheid’ en in 2014 aan 1 Kor. 1,13 ‘Is Christus dan verdeeld?’ Sinds 1968 werd het motto slechts twee keer aan een Psalm ontleend. In 1982 was het thema ‘Laat ieder zijn woning vinden in U, o Heer (Ps. 84) en in 2002 was het motto ‘Want bij u is de fontein van leven’ (Ps. 36,5-9).
De teksten van de Week van Gebed worden meestal al in het voorjaar van het voorafgaande jaar door de Wereldraad van Kerken aangeboden aan de lidkerken van de Wereldraad en aan de landelijke Raden van Kerken. De Pauselijke Raad voor de Bevordering van de Christelijke Eenheid brengt de teksten onder de aandacht van alle Bisschoppenconferenties.
In Nederland worden de teksten van de Gebedsweek voor de Eenheid vanaf 1968 uitgegeven door de
Raad van Kerken in Nederland. De Nederlandse vertaling wordt gemaakt door de projectgroep Week van Gebed. De belangrijkste teksten worden in een boekje uitgegeven. Achtergrondteksten en kindermateriaal wordt aangeboden op de website
www.raadvankerken.nl
Vanaf 2007 is er rond de Gebedsweek voor de Eenheid een samenwerkingsverband ontstaan tussen de Raad van Kerken en de Evangelische Alliantie. Beide organisaties besloten om de twee bestaande weken van gebed, de ene aan het begin van het jaar, de andere van 18 tot 25 januari, te integreren tot een gezamenlijke Gebedsweek voor de Eenheid. In 2007 werd besloten om de data van de gebedsweek op elkaar af te stemmen. Vanaf dat moment wordt de Gebedsweek voor de Eenheid gevierd vanaf de derde zondag in de maand januari. In 2009 besloot men om het thema van de Gebedsweek op elkaar af te stemmen. In 2014 werden ook alle teksten gezamenlijk aangeboden.
Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan Geert van Dartel.