Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Alexis Szejnoga
Dossiers » Laatste Oordeel » introductie » Laatste Oordeel

Laatste Oordeel



Laatste OordeelHet Laatste Oordeel, ook wel de ‘dag des oordeels’ of de ‘dag des Heeren’ genoemd, is een aanduiding voor de eschatologische gebeurtenis waarbij God de rechtvaardigen zal belonen en de onrechtvaardigen zal straffen. Het laatste oordeel behoort, samen met de dood, hemel, hel en het vagevuur, tot de zogenaamde eschata of ‘laatste dingen’. Vanwege de eschatologische dimensie van het Laatste Oordeel is het nooit onderwerp geweest van theologische discussies of conflicten; we weten simpelweg te weinig vanuit Schrift en traditie om ons een duidelijk beeld te vormen over het eschaton. De zogenaamde openbarings- of apokalyptische literatuur probeert aan de hand van zeer sprekende taal een indruk te geven van de dag des oordeels. De Openbaring volgens Johannes is hier een goed voorbeeld van, maar ook in het Oude Testament treffen we geschriften aan die binnen dit genre te plaatsen zijn, bijvoorbeeld passages uit het boek Daniël. De onderliggende toon van dergelijke literatuur is die van de hoop.

Het Laatste Oordeel als eschatologische gebeurtenis

De ‘dag des oordeels’ behoort tot de zogenaamde eschata, de ‘laatste dingen’. Dit zijn geloofsinhouden die zijn gebaseerd op de menselijke hoop, en die vooral op beeldende wijze zijn opgenomen in de geschriften van het christendom. Een ander belangrijk thema dat meespeelt in de wijze waarop de eschata worden verbeeld is (uiteindelijke) rechtvaardigheid: de idee dat de rechtvaardigen beloond en de onrechtvaardigen gestraft zullen worden. Net zoals bij de andere eschata (hemel en hel, de dood en het vagevuur) wordt het Laatste Oordeel getypeerd als een toekomstige gebeurtenis die in het heden echter ook al gedeeltelijk werkzaam is. Het toekomstige karakter moet echter niet zuiver temporeel begrepen worden. De eschata voltrekken zich eerder buiten de tijd dan aan het einde der tijden. Vooral in de eerste periode van het vroege christendom verwachtte gelovigen het Laatste Oordeel nog tijdens hun leven mee te zullen maken. Later is men het eschatologische karakter van het Laatste Oordeel anders gaan uitleggen, en werd de komst van de ‘dag des Heeren’ voorbij de eigen levensloop gedacht. Vlak voor eeuw- en milleniumwisselingen stak de gedachte nogal eens de kop op dat het Laatste Oordeel snel zou komen.

De theologische kern van de eschata, en van het Laatste Oordeel in het bijzonder, wordt gevormd door de hoop. Het is bij eschatologische gebeurtenissen niet zozeer de bedoeling ons druk te maken over toekomstscenario’s, maar eerder om uitdrukking te geven van wat wij als gelovigen hopen. Sterker nog, eschata zijn een manier om uit te drukken wat wij nu, op dit moment, geloven. Hiermee ligt de theologische kern van de eschata niet in de verre toekomst, maar in het hier en nu, bij ons.

Een andere factor die een rol speelt bij met name apokalyptische literatuur, dit wil zeggen, verhalen die een beeld schetsen van het einde der tijden en het Laatste Oordeel, is het waarschuwende karakter. Bij veel mensen roept een term als ‘het Laatste Oordeel’ beelden op van donderpreken en onheilsprofeten. De ‘dag des Heeren’ wordt dan als antwoord gegeven op de hele menselijke vraag: ‘Waarom zou ik een moreel leven leiden? Waarom zou ik niet voor mij en de mijne pakken wat ik pakken kan?’ De eschata functioneren dan als herinnering aan de volledige rechtvaardigheid van God en aan de idee dat men misschien in dit leven straf kan ontlopen, maar dat tijdens het Laatste Oordeel iedereen zal krijgen wat hij verdient. Dit kan als waarschuwing gelden voor mensen die moreel gezien nog het een en ander te leren hebben. Gelijkertijd is het wederom een uitdrukking van hoop voor mensen die het morele leven al omarmd hebben. Zij mogen immers uitzien naar een uiteindelijke beloning voor het doen van Gods wil, zij het niet tijdens dit leven, maar erna.

Theologische aspecten van het Laatste Oordeel

Het Laatste Oordeel is nooit onderwerp geweest van grote theologische discussies, zoals dit eigenlijk bij alle eschata nooit het geval is geweest. De reden hiervoor is dat theologen te weinig over het Laatste Oordeel weten omdat de Schrift slechts hier en daar naar de eschata verwijst. Bovendien zijn de verschillende Bijbelteksten aangaande het Laatste Oordeel niet eenduidig. Veel theologen beseffen zich ook dat enige uitspraak over het Laatste Oordeel vrij speculatief zou zijn vanwege het toekomstige karakter van de eschata (het ‘nog niet’).

Wel kan er worden opgemerkt dat er een soort relatie bestaat tussen verleden, heden en toekomst: de komst van Christus heeft de eindtijd ingeluid, maar er blijft een gedeelte van de belofte uitstaan. Door zijn dood en verrijzenis is het oordeel over de mens reeds geveld, maar de noodzaak van een Laatste Oordeel blijft bestaan (misschien juist omdat het oordeel nog geopenbaard moet worden). Door Christus zijn we al gered, maar de komst van het Nieuwe Jeruzalem laat nog even op zich wachten. Alle eschata vertonen een dergelijke wisselwerking met verleden en heden.

Een belangrijke vraag is de volgende: ‘Wie velt het oordeel?’ Hierop zijn namelijk drie antwoorden mogelijk: God de Vader, Christus, of de mens zelf. Voor de christelijke traditie geldt dat God de Vader niet snel als rechter wordt beschouwd. Het is juist de persoon van Christus, die afgebeeld als de koning van het universum (christos pantokrator) het oordeel over de mensheid velt. Dit valt te verklaren vanuit de gedachte dat het Laatste Oordeel nog steeds deel uitmaakt van de heilsgeschiedenis. Met andere woorden: het Laatste Oordeel is heilsvol voor de mens. In de christelijke traditie wordt heil van Godswege altijd door Christus bemiddeld. Vandaar dat het uiterst gepast is om Christus als de rechter aan het einde der tijden te zien. De aankondigingen van het Laatste Oordeel moeten dus ook als ‘goede boodschap’ gezien worden. Er wordt namelijk een heilsvolle gebeurtenis aangekondigd.

Er valt echter ook veel voor te zeggen om de mens zelf aan te wijzen als diegene die zelf zijn oordeel velt. Hiermee wordt bedoeld dat gelovigen tijdens hun leven een kans krijgen om een moreel leven te leiden, en dat zij weten wanneer zij uit vrije wil over de schreef gaan. Wanneer de mens zich moedwillig afkeert van Gods wil, (ver)oordeelt hij dus zichzelf. Dan is het Laatste Oordeel slechts nog een ontsluiering (dit is de letterlijke betekenis van het Griekse apokalyps) van de waarheid; een openbaring van het lot dat de mens zichzelf heeft aangedaan.

Tenslotte moet worden opgemerkt dat in tegenstelling tot het vagevuur, dat een individuele aangelegenheid betreft, het Laatste Oordeel een duidelijk collectieve gebeurtenis zal zijn. Het is het volk Gods dat geoordeeld zal worden. De ‘dag des Heeren’ kan dan ook als een ecclesiaal gebeuren getypeerd worden. Het Laatste Oordeel kan pas geveld worden wanneer de gemeenschap van heiligen in zijn geheel is samengekomen. Vandaar dat de doden eerst lichamelijk zullen worden opgewekt. Zij moeten aanwezig zijn om het mystieke lichaam van Christus te vervolmaken. Slechts dan wanneer de gehele kerk is samengebracht kan de laatste openbaring plaatsvinden. Misschien dat dit collectieve, ecclesiale karakter van het Laatste Oordeel de balans definitief kan laten doorslaan om het te typeren als een gebeurtenis die vooral in het teken staat van de grootste christelijke deugd, de hoop.

 



Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan Harm Goris.