Berisping en genade.-Antipelagiaans- Opgedragen aan Valentinus en zijn monnniken met een uiteenzetting van wat het katholieke geloof leert over de wet, de vrije wilskeuze en de genade. Gods genade door Jezus Christus verlost de mensen van het kwaad; zonder deze is een mens tot geen goed in staat. De volharding tot het goede is een geschenk van God. Wie niet volhardt, mag de berisping dan ook niet verwaarlozen. Wie de berisping veracht, valt terug in de zonde. En als men volhardt in de zonde, wacht eeuwige veroordeling. De aanvaarding door de ene mens en de verachting van de andere mens van Gods genade maken deel uit van een goddelijk plan. Tenslotte aandacht voor de verhouding tussen de genade en het vrije wilsbesluit vóór de komst van Christus.