Dit woord is in vele samenstellingen in het Nederlands en de moderne vreemde talen terug te vinden (N.B. bij de translitteratie in het Nederlands blijft de h thans meestal weg): antropologie, antroposofie, antropomorf, antropocentrisch. In het Grieks kan het meervoud ἄνθρωποι, naast gewoon 'mensen', ook een algemene, bredere betekenis krijgen: 'mensheid', 'wereld'. Er is nog een woord voor mens in het Grieks, nl. ὁ ἀνήρ ('man', 'mens'); dit is het woord dat staat tegenover γυνή ('vrouw'), terwijl anthroopos ook de connotatie kan hebbben van 'sterfelijk mens', 'sterveling', bijvoorbeeld in het psalmvers (Ps. 8,5) dat de schrijver van de Brief aan de Hebreeën (Heb. 2,6) citeert: τί ἐστιν ἄνθρωπος ὅτι μιμνῄσκῃ αὐτοῦ; wat is de mens dat Gij aan hem denkt?