Betekenis: | → | zeggen, spreken; bedoelen; noemen |
Type woord: | → | werkwoord |
Bijzonderheden: | → | stamtijden: aor. εἶπον, fut. ἐρῶ, perf. εἴρηκα |
Voorbeelden andere vormen: | → | ὡς προειρήκαμεν ('zoals wij eerder hebben gezegd', Gal. 1,9); τοὺς λέγοντας ἑαυτοὺς ἀποστόλους ('hen die zich apostelen noemen', Apok. 2,2) |
Dit werkwoord is zeer frequent in alle stadia van het Grieks. Het heeft, zoals boven bij de bijzonderheden te zien is, meerdere stammen: λεγ-, ἐρ-, εἰπ-, ῥη-, ῥε-. Van de voorlaatste zijn bijvoorbeeld de substantiva ῥῆμα ('woord') en ῥήτωρ ('redenaar') afgeleid. Het werkwoord kent ook vele samenstellingen: συλλέγω (verzamelen), προλέγω (eerder zeggen, waarschuwen), ἀντιλέγω (weerspreken), καταλέγω (opsommen, inschrijven), διαλέγομαι (disputeren), ἐκλέγομαι (uitkiezen) en het frequentativum ἀπολογέομαι (zich verdedigen, verantwoording afleggen). Het belangrijkste stamverwante zelfstandig naamwoord is uiteraard λόγος (woord), dat zelf weer zeer productief is gebleken.