Betekenis | → | (klein) kind |
Type woord | → | substantivum |
Bijzonderheden | → | neutrum (onzijdig), tweede declinatie, genitivus enkelvoud |
Betekenis in context Lucas 2 | → | 'kind' |
Enkele andere vormen | → | τοῦ παιδίου (gen. enk.), τὰ παιδία (nom./acc. meerv.), τῶν παιδίων (gen. meerv.) |
Talrijk zijn de woorden die afgeleid zijn van dit Griekse woord, dat in het NT vaker voorkomt dan het oudere παῖς, dat hetzelfde betekent: kind (jongen of meisje). In het Oudgrieks kon παῖς overigens ook 'slaaf' betekenen, welke betekenis nog overheerst in het bijbelse παιδίσκη (dienstmeisje). Bij Johannes komt ook één keer het minder gebruikelijke παιδάριον voor. Het betekenisveld rondom 'kind' ligt in de buurt van dat van 'opvoeden', in het Grieks paideuein. Men denke verder aan woorden als pedagoog, pedagogie of pediatrie. Aan elkaar verwant zijn paideuein (opvoeden, instrueren) en paideia (vorming, discipline), dat weer een term heeft opgeleverd als encyclo-paedie (alomvattende vorming, een alomvattend naslagwerk).