Betekenis: | → | bang zijn, vrezen |
Type woord: | → | werkwoord |
Bijzonderheden: | → | een van de verba contracta op -έω en een zgn. D.P. (deponens passivum; de passieve vormen hebben actieve betekenis) |
Verwant naamwoord: | → | φόβος, ‘angst, vrees’ |
Voorbeelden andere vormen: | → | ἐφοβήθησαν σφόδρα (Mt. 17,6), 'zij waren erg bang'; μὴ φοβοῦ (Lk. 5,10), 'Vrees niet'. |
Voor dit woord is (nog) geen extra informatie beschikbaar.