Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Karin Leeuwenhoek
Dossiers » Bertken, Suster » wetenschappelijke artikelen » Artikelen over Bertkens teksten

Artikelen over Bertkens teksten

  • J. van Aelst, ‘Suffering with the Bridegroom. The Innighe sprake of the Utrecht recluse Sister Bertken’, in: Ons geestelijk erf 71 (1997), 228-249.

  • J. van Aelst, ‘Geordineert na dye getijden. Suster Bertkens passieboekje’, in: Ons geestelijk erf 69 (1995), p. 133-156.

  • F. van Buuren, ‘Mit desen nyen iare. Suster Bertkens eerste lied’, in: Nederlandse Letterkunde 10 (2005), p. 34-48.

  • F. van Buuren, ‘”Een phantasie-stuk over Jezus’ geboorte”? Aantekeningen bij een Suverlic Tractaet vander Kersnacht ende der gheboerten ons Heeren van Suster Bertken’, in: Ons geestelijk erf 77 (2003), p. 276-299.

  • F. van Buuren, ‘Gesprek tussen Jezus en De minnende ziel’, in: Madoc 16 (2002), p. 130-140.

  • A.M.J. van Buuren, ‘Die werelt hielt my in haer gewout. Suster Bertken, haar biografie en haar vijfde lied’, in: Nederlandse letterkunde 6 (2001), p. 124-137.

  • F. van Buuren, ‘Ja zuster, nee zuster. De overlevering van “Die werelt hielt my in haer gewout”’, in: B. Besamusca, F. Brandsma en D. van der Poel (red.), Hoort wonder! Opstellen voor W.P. Gerritsen bij zijn emeritaat. Hilversum 2000. (Middeleeuwse studies en bronnen 70)

  • A.M.J. van Buuren, ‘Mi quam een schoon geluyt in mijn oren. Aantekeningen bij Suster Bertkens tweede lied’, in: Spiegel der letteren 41 (1999), p. 83-101.

  • A.M.J. van Buuren, ‘”Jhesus, den ic vercoren heb boven al dat ye gewert”. Een lied van Suster Bertken’, in: K. Porteman, W. Verbeke, F. Willaert (red.), Tegendraads genot. Opstellen over de kwaliteit van middeleeuwse teksten. Leuven 1996, p. 149-160.

  • A.M.J. van Buuren, ‘Nu hoert ic sal enen nyen sanc beginnen. Een lied van Suster Bertken’, in: De nieuwe taalgids 83 (1990), p. 212-223.

  • H. Vynckier, ‘Poetry From Behind Bars: Some Translations from the Dutch Recluse Sister Bertken (1427-1514)’, in Mystics Quarterly 14 (1988), p. 143-153.



Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan dr. José van Aelst.
Share
Share on TwitterShare on facebookShare on Google Plus
Scroll To Top