Pieter Vos,
Troost van het ogenblik: Kierkegaard over God en het lijden, Kampen 2002, 287p.
Ook S. Kierkegaard (1813-1855) heeft zich ingelaten met het eeuwenoude vraagstuk van het lijden in combinatie met het geloof in een liefdevolle en almachtige God. Werd en wordt deze lijdensproblematiek meestal gesteld in de vorm van de 'waarom'-vraag, Kierkegaard volgt een andere weg: 'hoe moet de concrete mens ermee omgaan' en wel zo, dat hij noch zichzelf, noch zijn geloof in God verliest. In deze existentiele context blijft het 'waarom', maar wordt uiting van verwarring, verbazing, verzet, wanhoop, waarin een uitweg gezocht moet worden. Voor Kierkegaard is er mogelijkheid zowel de trouw aan zichzelf als die aan God door het lijden te versterken; lijden dat het 'ik' of andere mensen veroorzaken, doet in Gods naam een beroep om dat lijden op te heffen en te voorkomen; lijden dat een mens treft, overkomt, biedt kansen het vertrouwen in God te verdiepen, als Job geduldig te blijven, bij Hem hulp te zoeken, de verbondenheid met Hem te verstevigen. Een grondige studie, die zowel de actualiteit van Kierkegaard in het algemeen, als vooral ten aanzien van de lijdensproblematiek laat zien. Geinteresseerden zullen er genoegen aan beleven.
Bron: Dr. P. Leenhouwers [biblion recensie]
Externe link:
Bestel hier het boek op Bol.com.