Volgens Helmer is de neo-chalcedonische taal weliswaar ruimschoots voorhanden in de werken van Leontius van Jeruzalem, maar zijn eigenlijke doel wordt omschreven als een verklaring van de god-menselijke synthese in Christus. Het betreft hier een synthese van de eigenschappen (idiomata) van godheid en mensheid in de ene hypostase.