Sam Janse, Paulus: vent in vorm. De inzet van zijn brieven, in: Interpretatie 20,1 (2012), p. 8-11.
Samenvatting
Paulus’ onomstreden brieven vertonen in de groetformule aan het begin van de brief een veelal stereotiep beeld. Dat komt omdat de schrijver zich aan bestaande conventies houdt. Dat geldt ook voor de daarop volgende dankzegging, ingeleid door eucharistô ('ik dank'), die we in de meeste van zijn brieven vinden. Hier werken bestaande epistolaire en retorische vormen op in. Het eigene van Paulus’ briefinzet bestaat hierin dat hij de dankzegging aan God, die formeel verwant is aan de dank van zijn heidense tijdgenoten aan de goden, verbindt met de waardering voor zijn lezers, die te vergelijken is met de captatio benevolentiae in de klassieke retorica. Zo loopt de waardering voor zijn lezers via God die hen door zijn goede gaven tot goede dingen in staat heeft gesteld.
Waar deze strakke vorm doorbroken wordt, is er reden om te vragen waarom. In 1 Korintiërs kan dat samenhangen met een gespannen verhouding tussen apostel en gemeente en Paulus’ eigen ervaringen van gevaar. In Galaten heeft dat te maken met verschil in de uitleg van het evangelie en in samenhang daarmee met Paulus’ apostelschap.
Bron: Interpretatie, met dank aan Nico Riemersma.