In de tweede helft van zijn werk Over de Drie-eenheid zoekt Augustinus naar beelden van de Drie-eenheid in de geschapen wereld. Hij begint met de triade: hij die liefheeft, hij die geliefd wordt en de liefde zelf. Maar hij concludeert al snel dat het beste beeld te vinden moet zijn in de menselijke geest (mens). Een eerste beeld (imago) ziet hij in: de geest zelf, zelfkennis en zelfliefde. Om tot betere beelden te komen onderzoekt Augustinus de werking van de geest, wat tot een bijzondere bijdrage aan de antieke psychologie leidt. Uiteindelijk acht hij de volgende triade het beste beeld van de Drie-eenheid: herinnering, verstaan en wil/liefde. Hij werkt dit eerst uit voor het zich herinneren, verstaan en liefhebben van de geest zelf, maar besluit ermee dat het ultieme beeld van de Triniteit wordt gevormd door het zich herinneren, verstaan en liefhebben van God.
Lees verder »