woensdag 2 maart 2011
De vroege kerk kende niet het sacrament van de doop zoals de christelijke kerken die nu vieren. Wie christen wilde worden - vaak met gevaar voor eigen leven - moest eerst een christelijke initiatie volgen met onderricht over het christelijk geloof, de bijbel en de juiste christelijke levenshouding. Wie niet gedoopt was, mocht tijdens de eucharistieviering aanwezig zijn tot aan de preek. Daarna moesten ze naar een aparte ruimte voor onderricht. Wie dit 'traject' met goed gevolg had afgelegd, ontving op plechtige wijze in de paasnachtde christelijke initiatie, compleet met het afzweren van de oude afgoden, de volledige onderdompeling in water, handoplegging, zalving, vredeskus en - voor het eerst - deelname aan de gehele eucharistieviering.