Het Bijbelboek Habakuk behoort tot de twaalf zogenaamde ‘kleine profeten’. Het bestaat uit slechts drie hoofdstukken en behoort daarmee tot de kortere boeken van het Oude Testament. Het handelt over een periode tijdens de heerschappij van Jojakim (600 voor Christus) waarin de volkeren die aan de grenzen van Juda woonden zich roerden en een bedreiging begonnen te vormen. Habakuk ziet in de bedreiging die deze agressieve volkeren (de Chaldeeën worden met name genoemd) vormen een straf van God voor de zonden die het volk begaat en de misstanden die het land tekenen. Habakuk vraagt zich af wat het precies betekent als de Chaldeeën het instrument van Gods toorn vormen. Hij legt zijn overpeinzingen voor aan God in een gebed. Tot tweemaal toe geeft God hem antwoord. Het boek bevat daarnaast een aantal waarschuwingen aan het adres van de onderdrukker en een psalmgebed.",NULL 180,"Het Bijbelboek Haggai behoort tot de zogenaamde 'kleine profeten' en is vernoemd naar de profeet die dezelfde naam draagt (de Hebreeuwse naam Haggai betekent 'mijn feestdag'). Het is een boek met een zeer geringe omvang; het bestaat uit slechts twee korte hoofdstukken. Inhoudelijk is het Bijbelboek Haggai in vieren te delen: een eerste deel bevat een toespraak waarin wordt opgeroepen de tempel te herbouwen. De oproep wordt in het tweede deel herhaald in een tweede toespraak. In het derde deel wordt de belofte gedaan dat met de herbouw van de tempel een tijd van voorspoed zal aanbreken. Het vierde en laatste deel bevat een toespraak waarin Haggai Zerubbabel aanmerkt als de uitverkorene van de HEER.
Lees verder »