De Bijbelboeken I en II Koningen vormen een literaire eenheid. Oorspronkelijk was dit één geschrift, maar de vertalers en redacteurs die verantwoordelijk waren voor het ontstaan van de Septuagint, de Griekse vertaling van het Oude Testament, hebben een kunstmatige tweedeling aangebracht. Literair gezien behoren I en II Koningen tot de geschiedkundige geschriften die worden aangeduid als de vroege profeten. De inhoud handelt over de heerschappij van koning Salomo, de tweedeling van zijn koninkrijk in de noordelijke staat Israël en de zuidelijk staat Juda na zijn dood, de handelingen van zijn zoon Rechabeam en diens afstammelingen in Juda en Jerobeam en diens afstammelingen in Israël. Ook wordt er veel aandacht besteed aan het optreden van profeten als Elia, Elisa en, tegen het einde van II Koningen, Jesaja. Veldslagen en belegeringen door buitenlandse koningen komen ook aan bod. Verhaalt wordt over de verovering van Jeruzalem door koning Salmanassar van Assur en later door koning Nebukadnessar van Babel. Ook is het verhaal te vinden hoe een engel van de HEER de stad Jeruzalem ontzet door in één nacht 185.000 manschappen van Assur, die in kampen rond de stad liggen te slapen, te overvallen en te vermoorden.
Lees verder »