Een koster (van custos = bewaker), is iemand die, al dan niet betaald, belast is met de dagelijkse zorg voor het kerkgebouw en voor het klaarzetten van de verschillende voorwerpen voor de liturgische eredienst, zoals het liturgisch vaatwerk. De koster legt liturgische kleding klaar en helpt bij de praktische voorbereiding, zoals aankleden van de voorganger en anderen, en het klaar leggen van voorwerpen die tijdens de liturgie van belang zijn. Linnen en vaatwerk dat gebruikt wordt in de liturgie en ter aankleding van het kerkgebouw worden door de koster onderhouden, schoon gemaakt, opgeborgen en bewaard. De koster kan ook verantwoordelijk zijn voor alle dagelijkse zaken in en om het kerkgebouw, zoals de verlichting, de verwarming, klein onderhoud, het openen en sluiten van deuren, het ontvangen van gasten en het bijhouden van een agenda. De koster woonde in het verleden vaak dicht bij de plaats waar de werkzaamheden werden verricht en was een belangrijke schakel tussen de priesters en de parochianen. Tegenwoordig wordt veel kosterswerk door vrijwilligersgroepen gedaan. Van kosters, betaald of onbetaald, mag gevraagd worden zich te verdiepen in de voorschriften van de katholieke kerk ten aanzien van liturgie en het gebruik van kerkgebouwen en in de wijze waarop het onderhoud aan liturgische voorwerpen dient plaats te vinden. Voor betaalde kosters gold tot 1 januari 2011 de 'Rechtspositieregeling voor kosters' zoals die door de bisschoppen was vasgesteld. Vanwege het afnemend aantal betaalde kosters is deze inmiddels vervallen.