Gebundelde en uitgegeven lezingen van beide auteurs, uitgesproken op 24 mei 1986 in de Abdij Maria-Refugie in Uden.

Weiler schets de laatmiddeleeuwse vrouwenmystiek en vrouwenascese in de Nederlanden. De auteur haalt o.a. Beatrijs van Nazareth en Hadewijch aan en vraagt zich af hoe het ooit heeft kunnen gebeuren dat men vrouwen om het heilzame en bevrijdende weten heeft kunnen verbranden.

Jelsma gaat in op de creativiteit van Birgitta van Zweden en stelt dat het de moeite waard is kennis te nemen van Birgitta. Ten eerste omdat zij er niet voor terugdeinsde een kritische houding ten aan zien van de autoriteiten aan te nemen. Ten tweede omdat er geen visionair in de geschiedenis van het Christendom zo'n oeuvre aan visioenen heeft opgebouwd. Deze visioenen bevatten talloze gegevens, niet alleen over Birgitta zelf maar ook over de mensen met wie zij in aanraking kwam en evenzeer over de politieke, economische en religieuze verhoudingen van haar tijd. Volgens Jelsma biedt het een voortreffelijk uitgangspunt voor een nadere bestudering van deze periode van de kerkgeschiedenis.

Verkrijgbaar via bibliotheek of antiquariaat