Verrassend was zijn pontificaat vanaf het eerste moment. Hij begroette de menigte op het Sint-Pietersplein na zijn verkiezing met een eenvoudig ‘buonasera’ (goedenavond). In plaats van de pauselijke vertrekken koos hij een eenvoudig appartement als onderkomen.
De media versterkten het beeld van een paus die eenvoudiger en minder afstandelijk is dan zijn voorgangers. Beelden van de paus die de voeten van gevangenen wast of die dankbaar een tweedehands auto in ontvangst neemt, voedden het idee dat deze paus anders is.
De manier waarop Franciscus overkomt in de media, mag dan anders zijn, er zijn geen aanwijzingen dat hij de leer van de rooms-katholieke Kerk radicaal zal veranderen. Ook voor hem blijft bijvoorbeeld de kwestie van vrouwen in het priesterambt onbespreekbaar.
Verandert er dan niets onder paus Franciscus en wordt de kerk alleen voorzien van een vriendelijker gezicht? Dat was waarschijnlijk niet wat de kardinalen voor ogen hadden toen ze hem tot paus kozen. Officieel blijven hun beweegredenen geheim, maar in de eerste maanden van zijn pontificaat heeft Franciscus al laten zien dat hij een aantal problemen wil aanpakken waarover binnen de kerk — en ook binnen het college van kardinalen — veel onvrede bestaat.
Allereerst is er de curie. Dit bestuursapparaat van de Kerk heeft veel macht en dat dreigt ten koste te gaan van het gezag van de bisschoppen. Dat is geen nieuwe kwestie. Tijdens het Tweede Vaticaans Concilie kwamen de bisschoppen in verzet tegen de grote invloed die de Curie aanvankelijk op het verloop van deze kerkvergadering had.
In de laatste jaren leek de Curie steeds meer problemen op te leveren, met de ‘Vatileaks-affaire’, waarbij talloze documenten over interne conflicten en corruptie aan het licht kwamen, als een van de belangrijkste dieptepunten.
Dan is er de kwestie van de positie van de paus zelf. Is hij een alleenheerser of bestuurt hij de kerk samen met de andere bisschoppen. Hij is immers zelf bisschop van Rome. Deze functie is weliswaar de meest vooraanstaande binnen de rooms-katholieke Kerk, maar dat wil niet zeggen dat de paus een alleenheerser is.
Tijdens het Tweede Vaticaans Concilie werd gediscussieerd over de manier waarop de medeverantwoordelijkheid van de bisschoppen voor het bestuur van de Kerk tot uiting kon komen. Sinds het Concilie wordt er elke drie tot vier jaar een synode gewijd aan een bepaald onderwerp. De laatste was in 2012 en ging over ‘de nieuwe evangelisatie en het overbrengen van het christelijk geloof‘.
Het is opvallend dat Franciscus al in 2014 een synode bijeenroept en dat hij niet alleen de bisschoppen hiervoor raadpleegt, maar ook een enquête liet opstellen die zo breed mogelijk moest worden verspreid.
Zijn opvatting over de positie van de paus blijkt ook uit het feit dat hij zich uitdrukkelijk bisschop van Rome noemt, wat onder meer blijkt uit kleine maar belangrijke veranderingen in het pauselijke adresboek, het Annuario Pontificio. Hierin werd de paus met al zijn titels genoemd, om te beginnen met die van ‘plaatsbekleder van Christus’. Nu vermeldt het adresboek alleen: ‘bisschop van Rome’. De andere titels heeft hij behouden, maar die staan minder opvallend op de volgende pagina.
De kerkelijke regels verandert hij niet, maar hij hanteert ze wel anders. Dat is misschien wel de belangrijkste verandering.
Binnen korte tijd wist paus Franciscus zich geliefd te maken binnen en buiten de rooms-katholieke Kerk. Het Amerikaanse weekblad Time riep hem daarom uit tot Persoon van het jaar 2013: ”Binnen enkele maanden had Franciscus de heilzame zending van de kerk naar voren gebracht — de kerk als dienaar en trooster van geslagen mensen in een wereld die vaak hard is — in tegenstelling tot het doctrinaire politiewerk at voor zijn directe voorgangers zo belangrijk was. Johannes Paulus II en Benedictus XVI waren hoogleraren theologie. Franciscus is een voormalig conciërge, uitsmijter in een nachtclub, chemicus en docent literatuur”.
Zijn invloed lijkt zich ook in Nederland op onverwachte manieren te doen gelden. Pauw en Witteman voorzagen hem van het label ‘progressief’.
Op 17 december 2013 deden kardinaal Wim Eijk en Cees van Dam, vertegenwoordiger van de Nederlandse religieuzen, een oproep om misbruik door medewerkers van de Kerk te melden. Hiermee 'wil kardinaal Eijk laten zien dat de Kerk schoon schip wil maken in het belang van de slachtoffers,' zo was onder meer te lezen in het dagblad Trouw.
Dit keer was er veel lof voor de stappen die de kardinaal had ondernomen, ook van vertegenwoordigers van de slachtoffers die eerder de starre houding van de kerkelijke autoriteiten hadden gehekeld. En blijkbaar speelde de paus hierbij een voorname rol. Een baanbrekende uitspraak, die het einde betekent van de zwijgcultuur, aldus Guido Klabbers van de Koepel landelijk overleg kerkelijk kindermisbruik. Volgens hem liep het contact met de bisschoppen soepeler sinds ze begin december 2013 bij de paus op bezoek waren geweest en die gezegd had dat de Kerk altijd de kant van de slachtoffers moest kiezen. Een uitspraak die nog eens aangeeft waar de prioriteiten liggen voor paus Franciscus.