Jan van Schaik bespreekt in dit boek de christelijke mystiek in de geschiedenis van het christendom, dat begint bij Paulus en doorgaat tot in het heden. De mystiek in de eerste eeuwen wordt afgezet tegen de gnostiek en de middeleeuwse mystiek wordt behandeld aan de hand van ascetische mystiek, bruidsmystiek en speculatieve mystiek. Er zijn o.a. hoofdstukken gewijd aan Antonius en Augustinus, Bernardus van Clairvaux en Hildegard van Bingen, Ruusbroec en Nicolaas Cusanus.
Voor een zeer toegankelijke uitleg van Hadewijchs mystiek zie hoofdstuk 5 ‘Bruidsmystiek’ op de pagina’s 62-73.