Literatuurwetenschapper Sullivan begint en eindigt met het proces tegen Jeanne d'Arc. Grondig onderzoek van de Middeleeuwse tekst. De auteur past een vorm van deconstructie van de teksten toe. Ze beweert dat processtukken niet gezien kunnen worden als een verzameling feitelijke mededelingen die de realiteit van het verleden goed weergeven. Verschillende interpretaties van de persoon, het verhaal, de realiteit en de erfenis van Jeanne d'Arc. Hierdoor wordt het boek van Sullivan eerder een filosofische leeservaring dan een hapklare geschiedenis van 'de maagd van Orléans'.