Joris F. Borghouts, Egyptische sagen en verhalen, Bussum: Unieboek, 1974; herdruk: Haarlem: Fibula-van Dishoeck, 1979, 198 p.

De laatste twee verhalen zijn in het Koptisch overgeleverd. ‘Apa Makedonios en de valkvereerders van Pilak’ gaat over Macedonius, een van de eerste bisschoppen op het eiland Philae, die in de 4e eeuw de traditionele tempelcultus zou hebben bestreden, onder andere door een valk, het symbool van de valkengod Horus, te doden. Volgens Jitse H. Dijkstra, Philae and the End of Ancient Egyptian Religion, Leuven: Peeters, 2008, maakte dit verhaal deel uit van een veel groter werk, het Leven van Aaron uit de 6e eeuw, dat geschreven werd toen Philae overwegend christelijk was en de tempels al eeuwen leegstonden. Het verhaal is dan ook niet een historisch relaas (p. 269).

Het tweede verhaal gaat over de aanval van de Perzische koning Kambyses op Egypte (525 v. Chr.), maar is geen historisch nauwkeurig verslag. Zo wordt Kambyses bijvoorbeeld verward met de bijbelse koning Nebukadnessar. De strekking van het verhaal is dat Egypte in de strijd superieur is aan andere volkeren en alleen verslagen kan worden door een gemene list.