‘De Heilige Maagd en Moeder Gods Maria in het geheim van Christus en de Kerk’ in
Lumen Gentium, 1964
Het achtste hoofdstuk van Lumen Gentium, de dogmatische contitutie over de Kerk van Vaticanum II, heet ‘De Heilige Maagd en Moeder Gods Maria in het geheim van Christus en de Kerk’. Dit hoofdstuk is geheel gewijd aan de functie van de heilige Maagd in de heilsorde, haar rol in de Kerk en haar verering in de Kerk.
In de inleiding van dit hoofdstuk lezen we ‘dat het Concilie bij haar behandeling van de leer omtrent de Kerk, waarin de goddelijke Verlosser het heil bewerkt, zorgvuldig de taak wil belichten van de heilige Maagd in het mysterie van het mensgeworden Woord en van het mystieke Lichaam, en tevens de plichten uiteenzetten van de verlosten jegens de Moeder Gods, de Moeder van Christus en de Moeder van de mensen, vooral van de gelovigen, zonder daarbij de bedoeling te hebben, een volledige leer over Maria te geven of een uitspraak te doen omtrent vraagstukken, die door de theologen nog niet ten volle tot klaarheid zijn gebracht.’
In de slotzin wordt benadrukt dat er ‘volledig recht van bestaan blijft voor de meningen, door de verschillende theologische richtingen onder de katholieken vrij verdedigd omtrent haar, die in de heilige Kerk na Christus het hoogste staat en tevens ons het meest nabij.’
Bron: Tilburg School of Catholic Theology
Externe link:
Lees het document