Dossiers »
Pastoraal concilie »
boeken (over) » Pastoraal Concilie, een experiment (1986)
Pastoraal Concilie, een experiment (1986)
Walter Goddijn, Hans Wewerinke, and Fons Mommers, Pastoraal Concilie (1965-1970): Een experiment in kerkelijk leiderschap, Baarn: Nelissen, 1986, 184 p.
Sociaal-wetenschappelijk onderzoek naar verschillende aspecten van het Pastoraal Concilie, gecombineerd met een theologisch-historische benadering:
- Het functioneren van het concilie
- De rol van de bisschoppen. Zij gaven grote groepen onder de Nederlandse katholieken de gelegenheid hun standpunten naar voren te brengen. Tegelijkertijd waren ze vertegenwoordigers van de wereldkerk. Dit leidde ertoe dat ze vaak een middenpositie in de discussie zochten. Veel deelnemers verweten hen daarom een onduidelijke, diplomatieke houding. Maar er was ook veel waardering voor het feit dat voor het eerst bisschoppen bereid waren op een open manier met gelovigen van gedachten te wisselen.
- De representativiteit van de afgevaardigden voor de Nederlandse katholieken als geheel. Hoog opgeleide mannen uit de leeftijdscategorie van veertig tot vijftig jaar waren sterk oververtegenwoordigd. Maar een vergelijking met een enquête over de opvattingen van de Nederlandse katholieken in die tijd laat zien dat deze overeenkwamen met de uitkomsten van het Pastoraal Concilie. Zo bezien waren de afgevaardigden representatief voor de Nederlandse katholieken.
- De participatie van deskundigen.
- De doorwerking van het Pastoraal Concilie in de periode 1970-1985. Het Pastoraal Concilie werd voortgezet in de vorm van het Landelijk Pastoraal Overleg. De onderzoekers noemen dit een ‘terugkeer naar de prae-conciliaire situatie’. Op plaatselijk niveau zagen ze daarentegen een ‘ontwikkeling tegen de traditionele kerkstructuur in’. Dit bleek onder meer uit de houding van de voormalige deelnemers aan het Pastoraal Concilie die na 1970 veel minder gericht waren op de Kerk als instituut en op de orthodoxie en die een kritische houding ontwikkelden tegenover Kerk en maatschappij.
Deze conclusies werden getrokken in 1985, op het moment dat de tegenstellingen tussen behoudende en vooruitstrevende katholieken het scherpst was. De ontwikkelingen tegen die traditionele kerkstructuur in, zouden in de jaren daarna aan belang inboeten. Tekenend is de 8-meibeweging van kritische katholieken die in 1985 werd opgericht, maar die geen aantrekkingskracht had voor jongeren en die daardoor uiteindelijk werd opgeheven.
Leider van het onderzoek, Walter Goddijn, was nauw betrokken bij de organisatie van het Pastoraal Concilie.
Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan Jan Brouwers.