De brieven van Paulus vormen een omvangrijk gedeelte van het Nieuwe Testament. In totaal worden veertien brieven (traditioneel) toegeschreven aan de apostel Paulus, maar hiervan worden tegenwoordig slechts zeven epistelsmet zekerheidaan hem toegedicht. De Hebreeënbrief, waarin de schrijver zichzelf niet identificeert, werd slechts in het allereerste begin van het christendom aan Paulus toegeschreven. De zogenaamde Pastorale Brieven (1 en 2 Timoteüs en Titus) worden slechts pseudepigrafisch aan Paulus toegeschreven om deze zodoende meer autoriteit te verlenen. Het auteurschap van de brieven aan de Efeziërsen deKolossenzen en de tweede brief aan de Tessalonicenzenwordt betwist.
Auteurschap en datering
De brieven van Paulus bestaan uit een veertiental brieven die (traditioneel) aan de apostel Paulus worden toegeschreven. Van zeven van deze brieven wordt algemeen aangenomen dat ze inderdaad van de hand van Paulus afkomstig zijn. Dit zijn: Romeinen, Filippenzen, Galaten, Filemon, 1 en 2 Korintiërs en 1 Thessalonicenzen. Deze brieven worden alle zeven gedateerd tussen de jaren 51 en 58 na Christus.
Voor wat betreft de zogenaamde Pastorale brieven (1 en 2 Timoteüs, Titus) is men het er tegenwoordig over eens dat deze pseudepigrafisch zijn. Dit wil zeggen dat de brieven door de auteur ten onrechte aan Paulus zijn toegeschreven om ze op deze wijze een grotere autoriteit te verlenen. De Pastorale brieven worden door sommigen tussen 80 en 100 na Christus gedateerd, volgens anderen zijn ze pas in de tweede eeuw na Christus geschreven.
De brieven aan de Efeziërs, de Kolossenzen en 2 Thessalonicenzen zijn het onderwerp van discussie. Hedendaagse exegeten zijn er nog niet over uit of deze brieven wel of niet door Paulus zijn geschreven. De datering van deze brieven is hierdoor ook niet zeker. Indien de brieven aan Paulus worden toegekend zouden zij ook in de vijftiger jaren van de eerste eeuw na Christus zijn geschreven. Wanneer echter het auteurschap van Paulus in twijfel wordt getrokken, dan zou een datering tussen 80 en 100 na Christus gepast lijken, of zelfs een datering in het begin van de tweede eeuw na Christus.
De brief aan de Hebreeën tenslotte is afkomstig van een auteur die anoniem wenste te blijven. In het prille begin van het christendom werd deze brief ook wel aan Paulus toegeschreven om deze zodoende meer autoriteit te verschaffen.
Niet canonieke brieven van Paulus
Men heeft kennis van het bestaan van een aantal brieven die, al dan niet terecht, aan Paulus worden toegeschreven en die niet zijn opgenomen in de canon van de Schrift. Een aantal hiervan betreft brieven waarnaar verwezen wordt in andere brieven maar waarvan geen exemplaren (meer) bekend zijn. Dit zijn: een brief aan de geloofsgemeenschap in Korintië die aan 1 Korintiërs vooraf ging, een derde brief aan de Korintiërs en een brief van de Korintiërs aan Paulus, een brief aan de Efeziërs die voorafging aan de canonieke brief aan de Efeziërs, een brief aan de Laodicenzen en een brief aan de geloofsgemeenschap in Alexandrië.
Plaats in het Nieuwe Testament
De brieven die (traditioneel) aan Paulus worden toegeschreven staan aan het begin van het gedeelte van het Nieuwe Testament dat brieven omvat. De brieven van Paulus volgen dus op de vier evangeliën en het boek Handelingen en worden zelf gevolgd door de Katholieke brieven, aangevoerd door de brief van Jakobus. Van alle brieven die in het Nieuwe Testament zijn opgenomen wordt het merendeel toegeschreven aan Paulus.
De volgende brieven uit het Nieuwe Testament worden (traditioneel) toegeschreven aan de apostel Paulus en zijn in deze volgorde opgenomen:
Brief aan de Romeinen
Eerste brief aan de Korintiërs
Tweede brief aan de Korintiërs
Brief aan de Galaten
Brief aan de Efeziërs
Brief aan de Filippenzen
Brief aan de Kolossenzen
Eerste brief aan de Thessalonicenzen
Tweede brief aan de Thessalonicenzen
Eerste brief aan Timoteüs
Tweede brief aan Timoteüs
Brief aan Titus
Brief aan Filemon
Brief aan de Hebreeën (anoniem)
Bron: Tilburg School of Catholic Theology