Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Alexis Szejnoga
Dossiers » Psalmen, het boek » boeken (over) » En wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren: psalmen in de Nederlandse poezie vanaf 1900

En wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren: psalmen in de Nederlandse poezie vanaf 1900

Uit deze bloemlezing wordt duidelijk hoe groot de nawerking van de psalmen op de Nederlandse dichters is geweest. Naast de officiele psalmberijmingen ontstonden door de psalmen geinspireerde gedichten. Hieruit bleek hoe gevoelig dichters voor taal, beeld en boodschap van de psalmen waren. De samenstellers hebben een ruime keuze uit het beschikbare materiaal na 1900 gemaakt. Om praktische redenen zijn de dichters op alfabetische volgorde geordend. Opgenomen zijn 150 dichters, w.o. Vroman, Reve, Nasr, Werkman, Gerhardt, Geerds, Kopland, Gerlach en Bouma. De gedichten staan soms heel dicht bij het origineel, dan weer refereert het gedicht in de verte aan psalmische noties. Moderne psalmberijmingen staan naast gedichten die, met wat goede wil, naar gedachten uit de psalmen verwijzen. Soms is het gebruik van het woord psalm al voldoende reden voor opname. Moedig is de opname van gedichten die het psalmisch erfgoed ironiseren. Door de verscheidenheid van inhoud en dichterkeuze is deze bloemlezing aantrekkelijk voor een ruime kring poezieliefhebbers.

Jan de Bas, Arie Bijl, En wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren: psalmen in de Nederlandse poezie vanaf 1900, Kampen 2010.

Bron: Gerard Oevering [biblion recensie]
Externe link: Bestel hier het boek op bol.com.
Share
Share on TwitterShare on facebookShare on Google Plus
Scroll To Top