De diakenwijding is een gradatie van het sacramenteel priesterschap. Dit sacrament wordt door de bisschop toegediend in een liturgische viering door handoplegging en gebed. De wijding schept een rechtsverhouding tussen de diaken en de bisschop/het bisdom. In kerkelijke termen wordt deze rechtsverhouding incardinatie genoemd en deze geldt voor alle diakens en priesters. Seculieren (wereldheren) hebben een dergelijke rechtsverhouding tot een diocesane bisschop. Reguliere diakens en priesters (behorend bij een orde of congregatie) hebben die tot hun religieus instituut. Alle geestelijken dienen in een bepaalde instelling geïncardineerd te zijn.
De bisschop heeft de verplichting om te voorzien in een werkkring of in een passende functie voor de diaken. Op zijn beurt legt de diaken een aantal beloften af jegens de bisschop, waaronder de belofte van gehoorzaamheid. Deze is verbonden aan het uitoefenen van het pastoraat en moet onderscheiden worden van de geloften die religieuzen afleggen wanneer zij toetreden tot een instituut voor gewijd leven, zoals orden en congregaties. De religieuze geloften van gehoorzaamheid, zuiverheid (kuisheid) en armoede omvatten de totale levenswijze van de religieus, terwijl de beloften van diakens gericht zijn op een juiste invulling van de pastorale opdrachten van de bisschop. Een diaken stelt zich door de wijding in dienst van de bisschop. Met de belofte van toewijding aan de is hij beschikbaar voor het werk dat de bisschop hem opdraagt. De bisschop draagt zorg voor het levensonderhoud van de diaken. Deze zorgplicht houdt ook in dat de bisschop voor de diaken zorgt, wanneer deze door ziekte of ouderdom niet in staat is om in het eigen levensonderhoud te voorzien. Om dit te realiseren hebben de bisdommen fondsen ingericht en worden premies afgedragen.
In de RK Kerk kennen we twee categorieën diakens, namelijk de diaken die zich voorbereidt op het priesterschap, hetgeen dus doorgaans een tijdelijke situatie is van meestal ongeveer een jaar. Daarnaast kent de RK Kerk de permanente diaken, dit is de (gehuwde) man die zich heeft laten wijden tot diaken en die – met zending van de bisschop of in zijn opdracht - werkzaamheden verricht in het basispastoraat of in bijvoorbeeld de gezondheidszorg. Deze permanente diaken kan gehonoreerd zijn, of niet. In dat laatste geval is het iemand die door beroep of uitkering in zijn eigen onderhoud (en dat van zijn gezin) voorziet en het diakenschap naast zijn hoofdfunctie vervult, of in de eigen vrije tijd. De gehonoreerde gehuwde diaken ontvangt een honorarium dat materieel gelijk is aan het salaris van een pastoraal werk(st)er, hij dient er doorgaans immers een gezin van te kunnen onderhouden. De gehuwde diaken draagt zelf belasting af en is belastingtechnisch een pseudo-werknemer.
Diakens die in het basispastoraat werkzaam zijn hebben geen arbeidsovereenkomst naar Nederlands recht. De honoreringsregelingen voor diakens zijn landelijk vastgesteld. Als basis dienen de Interdiocesane Regelingen voor besturen van kerkelijke instellingen van de bisdommen in de RK Kerkprovincie inzake honorering van priesters, diakens en andere financiële aangelegenheden.
Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan petra stassen.