Het concilie van Chalcedon werd in 451 bijeengeroepen door het keizerlijk paar Marcianus en Pulcheria om tot een oplossing te komen voor de christologische controverse, die opnieuw was opgelaaid. Aanleiding was de oude abt Eutyches, die leerde dat de mensheid van Christus was als een druppel in de oceaan van de godheid. Eutyches was op een synode in Constantinopel veroordeeld, maar had de keizer zo ver weten te krijgen dat hij een nieuw concilie bijeenriep in Efeze in 449, onder leiding van Dioscorus van Alexandrië, waar Eutyches werd gerehabiliteerd. Op het concilie van Chalcedon werd de leer van Eutyches opnieuw veroordeeld. Op aandrang van de afgevaardigden van de keizer werd de ‘definitie’ van Chalcedon opgesteld, een ‘uitleg’ bij de geloofsbelijdenis. Daarin wordt zowel een ‘nestoriaanse’ scheiding van Christus in twee personen als een ‘eutychiaanse’ vermenging van zijn twee naturen afgewezen. Christus wordt gekend ‘in twee naturen’, die ‘in één hypostase en één persoon samenkomen’.
Lees verder »