Arendts filosofische studie Vita activa (oorspr.: The Human Condition, 1958) wordt algemeen als haar hoofdwerk beschouwd. Hierin geeft zij een originele analyse van de vita activa van de mens. Zij onderscheidt drie activiteiten, arbeiden, werken en handelen, die elk een eigen waarde hebben voor het mens-zijn. Het handelen, dat aan het begin van de de westerse traditie voor de Grieken nog de belangrijkste activiteit was, heeft door de nadruk op werken en arbeiden steeds meer aan betekenis ingeboet. Arendt pleit voor een rehabilitatie van het handelen en de daarmee verbonden sfeer van het politieke.