Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Alexis Szejnoga
Dossiers » Kant, Immanuel » introductie » Kant, Immanuel (1724-1804)

Kant, Immanuel (1724-1804)

Maar weinig filosofen hebben zo'n grote stempel op de Westerse wijsbegeerte weten te drukken als Immanuel Kant. Hij werd geboren in 1724 in Königsberg (het tegenwoordige Kaliningrad in Rusland) en hij bleef zijn geboorteplaats de rest van zijn leven trouw. Op zestienjarige leeftijd begon hij zijn academische carriere aan de universiteit van Königsberg, waar hij later ook les zou gaan geven. Hij staat vooral bekend om zijn drie kritieken: de Kritiek van de zuivere rede, waarin onder andere de onmogelijkheid van de metafysica wordt aangetoond, de Kritiek van de praktische rede, wat zich richt op de morele filosofie, en de Kritiek van het oordeelsvermogen. Zijn gedachtegoed is tegenwoordig nog steeds van invloed en veel (post)moderne filosofen beschouwen zichzelf als leerlingen van de Kantiaanse school.

Biografie

Immanuel Kant werd in 1724 geboren in het Pruisische Königsberg. Hij kwam uit een groot gezin van elf kinderen. Kant’s grootvader was uit Schotland naar Pruisen geïmmigreerd, zijn vader kwam uit Memel en zijn moeder uit Nuremberg. Op zestienjarige leeftijd begon hij zijn studie aan de universiteit van Königsberg, waar hij onder andere de filosofie van Leibniz bestudeerde. Toen Kant 22 was overleed zijn vader, waardoor hij zijn academische carrière moest onderbreken. Drie jaar later, in 1749, publiceerde hij echter al zijn eerste werk: Gedanken von der wahren Schätzung der lebendigen Kräfte (Gedachten over de werkelijke schatting van levende krachten). Opvallend is dat het Duitstalige artikel over Kant op Wikipedia de uitgave van dit werk in 1746 dateert.

In 1755 werd hij op de universiteit van Königsberg aangenomen als leerkracht voor het vak metafysica. In datzelfde jaar publiceerde hij een werk waarin hij een theorie naar voren bracht over het ontstaan van de melkweg, de zogenaamde nevel-hypothese. Kant had eerder al een prijs gewonnen met een andere astronomische ontdekking, de vertraging van de rotatie van de aarde, in 1754. In zijn latere leven verschuift zijn interesse echter van astronomische naar filosofische vraagstukken.

Toen Kant 46 was, werd hij door een student opmerkzaam gemaakt op het feit dat hij in Über die Form und die Prinzipien der sinnlichen und intelligiblen Welt verzaakt had uit te leggen hoe mensen informatie binnen krijgen en verwerken. Uit deze zelfde periode stamt Kant’s uitspraak dat David Hume hem wakker had geschud uit zijn ‘dogmatische sluimeringen’. Het verhaal wil dat Kant vervolgens elf jaar niets publiceerde en deze periode wordt dan ook aangeduid als het ‘stille decennium’. Wederom verwijzend naar het Duitstalige artikel over Kant op Wikipedia moet worden opgemerkt dat hij wellicht in 1775 het werk Über die verschiedenen Rassen der Menschen (Over de verschillende mensenrassen) publiceerde.

Onbetwist is echter het feit dat in 1781 aan het stille decennium een eind kwam met de publicatie met de Kritik der reinen Vernunft (Kritiek van de zuivere rede). In dit monumentale werk zet Kant zijn gedachten over de mogelijkheidsvoorwaarden voor kennis neer die terloops het falen van de metafysische methode aanduiden. De gedachten en theorien die Kant in dit werk verzameld zijn bekend geworden onder de naam Transcendentaal Idealisme, dat onderscheiden moet worden van het Idealisme zoals dit tot dan toe bekend was in Duitsland.

De Kritiek van de zuivere rede werd niet altijd even goed ontvangen. Veel critici meenden dat het werk niet toegankelijk of zelfs obscuur was. Om zijn ideeen en gedachten duidelijker uiteen te zetten schreef Kant zelf een inleiding en commentaar bij de Kritiek van de zuivere rede. Dit werk, de Prolegomena, was inderdaad een stuk toegankelijker en wordt ook vandaag de dag ook nog gezien als een goede inleiding in het Transcendentale Idealisme zoals dit in de Kritiek van de zuivere rede uiteen wordt gezet.

Kant zou nog twee kritieken schrijven. De bekendste hiervan is de Kritik der praktischen Vernunft (Kritiek van de praktische rede) die Kant in 1788 publiceerde. Ging de Kritiek van de zuivere rede over metafysica en de mogelijkheidsvoorwaarden voor kennis, de Kritiek van de praktische rede had de ethiek als onderwerp. In 1790 volgde de derde van de drie kritieken: de Kritik der Urteilskraft of de Kritiek van het oordeelsvermogen. Dit laatste ‘kritische’ werk handelt over de esthetiek.

Op 12 februari 1804 stierf Immanuel Kant in zijn geboorteplaats Königsberg, zonder ooit ergens anders gewoond te hebben. Volgens de overlevering zou hij zelfs nooit meer dan honderd kilometer van Königsberg gereisd hebben. Kant’s lichaam ligt in een graftombe in de kathedraal van Königsberg. 

Werken

Gedanken von der wahren Schätzung der lebendigen Kräfte
Neue Erhellung der ersten Grundsätze metaphysischer Erkenntnisse
Allgemeine Naturgeschichte und Theorie des Himmels
Monadologia Physica
Die falsche Spitzfindigkeit der vier syllogistischen Figuren
Der einzig mögliche Beweisgrund zu einer Demonstration des Daseins Gottes
Versuch den Begriff der negativen Größen in die Weltweisheit einzuführen
Beobachtungen über das Gefühl des Schönen und Erhabenen
Über die Krankheit des Kopfes
Untersuchungen über die Deutlichkeit der Grundsätze der natürlichen Theologie und der Moral
Träume eines Geistersehers
De mundi sensibilis atque intelligibilis forma et principiis
Über die verschiedenen Rassen der Menschen
Kritik der reinen Vernunft
Prolegomena zu einer jeden künftigen Metaphysik
Beantwortung der Frage: Was ist Aufklärung?

Idee zu einer allgemeinen Geschichte in weltbürgerlicher Absicht
Grundlegung zur Metaphysik der Sitten
Metaphysische Anfangsgründe der Naturwissenschaft
Conjectural Beginning of Human History
Kritik der praktischen Vernunft
Kritik der Urteilskraft
The Science of Right
Die Religion innerhalb der Grenzen der bloßen Vernunft

Über den Gemeinspruch: Das mag in der Theorie richtig sein, taugt aber nicht für die Praxis
Zum ewigen Frieden
Metaphysik der Sitten

Anthropologie in pragmatischer Hinsicht
Der Streit der Fakultäten
Logik
Über Pädagogik
Opus Postumum


Bron: Tilburg School of Catholic Theology