In diverse documenten van de rooms-katholieke Kerk wordt Teresa genoemd. Haar teksten werden vooral met grote regelmaat aangehaald door paus Johannes Paulus II, die tevens een groot bewonderaar en kenner was van haar spirituele karmelietenbroeder Jan van het Kruis (hij behaalde in 1948 zijn doctoraat in de theologie met een thesis over diens werken). Johannes Paulus II vermeldt in zijn documenten o.a. dat Teresa ‘waardevolle geestelijke geschriften aan het nageslacht heeft nagelaten’ en haalt haar woorden over het gebed aan waarin zij dat als een intieme betrekking van vriendschap ‘waarin men zich vaak onder vier ogen onderhoudt met God door wie men zich bemind weet’ beschrijft. Hij referereert steeds aan haar als kerklerares, een heilige en een ‘getuige van eucharistisch leven’ en als iemand die door haar ‘wijze van leven uitleg van Jezus’ woord geworden is, waardoor het in hen voor ons nabij en begrijpelijk wordt’.
Ook paus Benedictus XVI wees in zijn audiëntie van 10 maart 2010 op het grote belang van de spiritualiteit van de heilige Teresa van Avila en de heilige Jan van het Kruis voor de Kerk en haar toekomst.