Een boek dat allerlei gewoontes rond de omgang met het dode lichaam, de lijkbezorging en graven in de verschillende culturen van Europa van prehistorie tot toekomst behandelt. Het is door Lucien de Kock geschreven vanuit interesse voor ‘de menselijke existentie’ en eerbied voor het gestorven lichaam dat nooit zomaar begraven of gecremeerd werd, maar met zorg en liefde behandeld werd. De Kock is op zoek gegaan naar de sporen en tekenen van die liefdevolle zorg in Europa, dat volgens hem in grote mate een begraafplaats is. Het boek behandelt als eerste het dode lichaam: het ontbindingsproces en hoe met het dode lichaam omgegaan werd. Niet alleen begraven en cremeren, maar ook het verdelen van het lichaam wordt beschreven. De volgende vier hoofdstukken gaan over de lijkbezorging van prehistorie t/m vroege Middeleeuwen, waarna hoofdstuk 6 de kerk en het kerkgebouw als begraafplaats beschrijft. Daarna volgen “begraafplaatsen na 1800” (hoofdstuk 7), crematie (hoofdstuk 8) en grafmonumenten (9). De meest merkwaardige Europese gewoontes, gebruiken en wetenswaardigheden zijn in dit boek opgenomen