De beste Nederlandstalige inleiding tot Hadewijch. Geeft een multidimensionaal beeld van Hadewijch. Als schrijfster van de eerste Nederlandse (liefdes)poëzie. Als begijn die behoorde tot een revolutionaire vrouwenbeweging van godvruchtige vrouwen (mulieres religiosae) die niet in het klooster en evenmin in het huwelijk wilden treden. Geestelijk en materieel zelfstandig kwamen deze eerste begijnen in conflict met de maatschappelijke, zowel wereldlijke als kerkelijke, orde.
Als mystica stelde Hadewijch naast het aspect van de liefdesgemeenschap en eenwording met God ook de pijnlijke kant ervan in het licht: door de eenheidservaring van de minnegenieting ontstaat volgens haar een steeds heviger verlangen naar de Geliefde, God, buiten die momenten. De vereniging met God onttrekt de mens dan ook niet aan het mens zijn maar bestaat uit een samenspel van ‘rusten in God’ en ‘werken in deze wereld’, van ‘God met God zijn’ én ‘mens met de Mens (Jezus) te zijn’, aldus Mommaers over de kern van Hadewijchs leven en leer.