Boek speciaal gewijd aan Hadewijchs rijmbrieven oftewel mengeldichten. Deze vallen normaal gesproken onder de categorie ‘Brieven’, samen met de 31 prozaïsche brieven. In deze bundel zijn alle 16 rijmbrieven, geschreven in paarsgewijs rijmende verzen, opgenomen. Deze zijn hertaald in hedendaags Nederlands door Marc Ortmanns-Cornet en de bundel is ingeleid door W. Corsmit. Hieronder een fragment uit de bundel, p.44:
Het zoetste in Minne zijn haar stormen
in haar diepste afgrond liggen haar hoogste vormen;
in haar verdolen is bij haar vertoeven,
naar haar hongeren is zich voeden, haar proeven;
om haar vertwijfelen is zeker wezen;
haar scherpste wonden doen genezen;
om haar vergaan is verder leven;
als zij verzwindt blijft zij zich geven;
haar te ontberen doet ons goed;
verborgen verlicht zij ons gemoed;
in haar nemen schuilt haar schenken;
woordeloos zijn haar mooiste wenken;
door haar geboeid zijn we bevrijd;
hoe zij ook slaat, zij troost altijd...