Emmanuel Levinas, Totalité et infini. Essai sur l'extériorité, Den Haag: Martinus Nijhoff, 1961, 284 p.
Totalité et infini was het eerste magnum opus van Emmanuel Levinas. In de jaren ’50 was hij begonnen met de uitwerking van zijn unieke ‘filosofie van de ander’ waarin hij verder ging dan de tot dan toe ethisch neutrale ontologische traditie (d.w.z. de filosofische traditie die zich bezighoudt met het ‘zijn’).
In dit werk vinden we de weerslag van Levinas’ denken over de Ander. Levinas schreef hierin ook zijn beroemd geworden woorden over dat het het gelaat van de ander is, waarin God zich openbaart.