Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Jan Brouwers
Dossiers » Pius XII, paus » wetenschappelijke artikelen » Muriel Guittat-Naudin, ""Les silences de Pie XII"" (2011)

Muriel Guittat-Naudin, ""Les silences de Pie XII"" (2011)

Murie’l Guittat-Naudin, “Les silences de Pie XII”. Entre mémoire et oublie 1944-1958’ in: Revue d’Histoire Ecclesiastique 106(2011) 215-240.
Al in 1939 werd Pius XII opgeroepen om zich uit te spreken tegen de Italiaanse invasie in Albanië. Sinds het toneelstuk 'Der Stellvertreter' van Rolf Hochhut uit 1963 lijkt de publieke opinie zich alleen het zwijgen van de paus te herinneren. Na 1945 was er vooral lof voor de paus en waren er slechts enkele katholieken die zich afvroegen of de paus zich niet moest uitspreken tegen schendingen van de mensenrechten in het algemeen.

In Italië en Frankrijk was men zeer dankbaar voor wat de paus had gedaan. Hij had zich diplomatiek ingespannen voor de vrede en ook tijdens de oorlog had hij voortdurend opgeroepen tot een wereldorde waarin recht en vrijheid zouden prevaleren. Verder zorgde hij voor het welzijn van krijgsgevangenen en ontheemden, vooral in Italië, maar ook elders in Europa. Talloze vermisten werden opgespoord dankzij het Vaticaan en zijn diplomatieke dienst. Al die hulp gold mensen van elke levensovertuiging, ook de joden. Minder bekend zijn zijn diplomatieke interventies voor de joden en zijn radioboodschap van kerstmis 1942 toen hij zich uitsprak tegen de anti-joodse maatregelen van nazi-Duitsland. Na de oorlog dankten vele joden hem hiervoor, onder meer door een dankdienst in de synagoge van Rome die tot zijn eer werd gehouden in december 1945. Hetzelfde eerbetoon kwam uit Palestina en de Verenigde Staten. In Frankrijk werd vooral zijn neutrale houding geprezen, zodat de katholieken niet tegen elkaar werden opgezet. Daarentegen had hij steeds geprotesteerd tegen geweld en schending van de mensenrechten.

Toch zijn er dan ook vraagtekens bij de momenten waarop Pius XII zweeg. Communisten wezen op zijn overeenkomsten met nazi-Duitsland en zijn steun voor rechtse dictaturen. Na de oorlog zou hij geprobeerd hebben te interveniëren bij het processen in Neurenberg om katholieke Duitsers te sparen. Maar dit betekende niet dat hij sympathie had voor het nationaal-socialisme. Hij had zich juist hiertegen uitgesproken. Maar in het debat dat zich ontwikkelde, koos ieder een argument dat hem goed uitkwam en werd in Frankrijk de zaak betrokken in de naoorlogse strijd tussen de MRP en de communisten. Daarnaast waren er katholieken, François Mauriac was een van hen, die de bisschoppen en de paus verweten te hebben gekozen voor diplomatie in plaats van spiritualiteit. Dat de paus zich pas in zijn kersttoespraak van 1944 expliciet tegen de dictatuur uitsprak, vonden ze te laat. Andere katholieken vonden dat katholieken zelf in staat waren zich een oordeel te vormen en dat ze daar niet mee hoefden te wachten tot de paus iets zei. Maar er bleef kritiek op het feit dat de paus in tijden van ongekende wreedheid slechts in termen van diplomatie dacht en geen bevrijdend woord voor de wereld had. Onderhuids is er onvrede met het zwijgen van de paus, maar die komt nog niet aan de oppervlakte.

Maar al deze kritiek verstomde na 1948. De shoah leek toen vergeten: de joodse slachtoffers werden gerekend onder de oorlogsslachtoffers in het algemeen en de Koude Oorlog deed de behoefte aan controverses met de Duitsers verdwijnen. De enkele publicatie waarin werd gewezen op dit zwijgen, trok praktisch geen aandacht. Verder werden verwijten van communistische kant afgedaan als uitingen van het anti-religieuze karakter van deze ideologie. Van diplomaat werd Pius XII in de beeldvorming een strijder, tegen het communisme en de communisten gingen hem beschouwen als een aanhanger van het fascisme, maar die afwijzing van het communisme deed ook de vraag rijzen waarom hij zich niet net zo fel uitsprak over andere totalitaire regimes. In die jaren was het Vaticaan nog niet doordrongen van de omvang van de shoah: het beeld overheerste van de joden in Italië die voor een belangrijk deel gespaard waren, mede door interventies van kerkelijke zijde. De Duitse katholieken werden beschouwd als slachtoffers van de nazi’s: naar hen ging vooral de aandacht uit. De Kerk richtte haar aandacht vooral op de bescherming van katholieken en had geen oog voor de omvang en de ernst van wat de joden was aangedaan.

Aanvankelijk was dus de algemene mening dat het Vaticaan zich bewonderenswaardig had gedragen tijdens de oorlog. Daarna polariseerde de discussie zich tussen communisten die de kerk als ‘fascistisch’ beschouwden en de katholieken en daarnaast tussen de katholieken die de paus als diplomaat zagen en de katholieken die hem als spiritueel leider zagen. Na de dood van Pius XII liep de spanning op; ‘Der Stellvertreter’ was de lont in het kruitvat.

Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan Jan Brouwers.
Share
Share on TwitterShare on facebookShare on Google Plus
Scroll To Top