Werkwoord: [h]הָעֲזוּבָה[h] - haa‘azoe__b__aa
Eerste stap: de hulpletters verwijderen om de wortel te vinden.
Informatie van de hulpjes wordt onthouden:
Prefix הָ++ - haa | → | wijst op ha-stam of is lidwoord |
. | → | hier: lidwoord |
Uitgang: ++ה ָ++ - aa | → | persoon: vrouwelijk |
.
- Vier radicalen blijven over.
- De halfvocaal ו (waw, hier oe) verschijnt in bepaalde vervoegingen.
- De wortel is ++עזב++ ‘aaza__b__, "verlaten"
Tweede stap: de vervoeging preciseren.
- Lidwoord: het moet een nominale vorm van het werkwoord zijn.
- Vorm zonder lidwoord en uitgang: ++עֲזוּב - ‘azoe__b__
- Vocalisatie: a-oe
- Ezelsbruggetje "mooi geel katoen"
- → de vorm is het participium passief van de basisstam
- → vrouwelijke vorm normaliter met šewa in plaats van chateef-vocaal, hier aangepast aan keelletter
Resultaat: “de verlatene” (vrouwelijk) of: “de verlating” (onzijdig)