Naamwoord: [h]וְאִשְׁתּוֹ[h] - we’ištoo
Eerste stap: verwijderen eventuele prefixen en suffixen.
Prefix וְ++ - we | → | "en" |
Suffix ++וֹ++ - oo | → | “zijn; van hem” |
.
- Er blijft over: ++אִשְׁתּ++ - ’išt.
- Dit is niet de basisvorm van het woord.
Tweede stap: Het basiswoord vinden.
- Kenmerk: status constructus met suffix.
- → vorm zonder suffix: ++אֵשֶׁתּ++ – ’eešet.
- Kenmerk: letter ++ת++ (tav) wijst op vrouwelijke uitgang ++ה++ (hee).
- → de radicalen van het naamwoord: ++אשׁה++ (alef, šin, hee)
- → basiswoord (zonder klankverschuiving): ++אִשָּׁה - ’iššaa
Resultaat: “en zijn vrouw”