Werkwoord: כַּבֵּד - kabbeed
Eerste stap: de eventuele hulpletters verwijderen.
Geen.
- De wortel blijft staan:
- → כּבד – kaabeed, “zwaar zijn; rijk zijn”
- Dit is een stativisch werkwoord.
Tweede stap: de precieze vervoeging herkennen.
- Aanwijzingen: verdubbeling in de middelste radicaal, vocalisatie a-ee, geen preformatief element en geen persoonsuitgang
- → Stamformatie pi‘eel
- → Gebiedende wijs mannelijk enkelvoud
- → “maak zwaar! acht gewichtig!”
- → Maar ook: infinitief!
- Zinsverband bepaald: in Exodus 20,12 gebiedende wijs.
Resultaat: “maak zwaar; acht gewichtig!
Verwante voorbeelden: van het werkwoord - כּבד - ’kaabeed, "zwaar zijn; rijk zijn"