Werkwoord: [h]לָשֶׁבֶת[h] – laaše__b__et
Eerste stap: de hulpletters verwijderen.
לָ++ - laa | → | voorzetsel ++לְ++ – le |
. | → | “naar, tot, aan, voor” etc.; bij infinitivus constructus: “om te” |
Suffixen: niet aanwezig. |
.
- Blijft staan: ++שֶׁבֶת++ - še__b__et.
Tweede stap: de vervoeging herkennen.
- Er wordt gebruik gemaakt van de aanwijzingen die er zijn:
++ת++ (tav) als slotletter | → | verschijnt soms in infinitief, wanneer eerste radicaal wegvalt |
. | → | met name bij de werkwoorden primae waw/jod en primae nun |
Vocalisatie e-e | → | hulp-segol |
. | → | oorspronkelijk: ++שֵׁבְתְ++ – šee__b__t |
. | → | = infinitief bij PC: ++יֵשֵׁב++ - jeešee__b__ |
.
- De wortel van het werkwoord is: ++ישׁב – jaaša__b__, “wonen”
- De vorm is een infinitivus constructus
Resultaat: “om te wonen”