Gram.
Betekenis: | → | zegenen |
Type woord: | → | werkwoord |
Bijzonderheden: | → | middelste letter reeš |
Voorbeelden vervoeging/samenstelling: | → | qal: בָּרוּךְ++, AC deelwoord m enk passief, ‘de gezegende’ |
. | → | pi‘eel: ++בֵּרַךְ - beera__k__, AC 3 m enk, ‘hij heeft gezegend’ |
. | → | pi‘eel: תְבָרֲכוּ - te__b__aara__k__oe, PC 2 m mv, ‘jullie zullen zegenen’ |
. | → | pi‘eel: אֲבָרֲכֵם - ’a__b__aara__k__eem, PC 1 enk + suffix 3 m mv, ‘ik zal hen zegenen’ |
. | → | pi‘eel: יְבָרֶכְךָ - je__b__aare__k__e__k__aa, PC 3 m enk + suffix 2 m enk, ‘hij zal jou zegenen’ |
Kapstok
ברך++ (beet, reeš, kaf) komt vooral in de werkwoordstam pi‘eel voor. De reeš verdubbelt niet, maar laat een open lettergreep staan en vraagt dus om een lange klinker.
++בָּרוּךְ - baaroe__k__ is de grote uitzondering van het pi‘eel-gebruik. Het is het participium passief van de kale stam qal: de gezegende. We kennen ook een deuterocanoniek Bijbelboek dat zo heet, geschreven vermoedelijk in de tweede of eerste eeuw v.Chr. Met de naam van de schrijver, Baruch, wordt verwezen naar de secretaris van de profeet Jeremia (zie Jeremia 32,12; 36,4).
Links
Voor dit woord is (nog) geen extern materiaal beschikbaar.